Levenskwaliteit

Het milieubeleid onder de loep

Levenskwaliteit

Het milieubeleid onder de loep

Hoe verhoudt het milieurapport van België zich tot dat van andere landen? Hoe kunnen we onze regelgeving aanpassen om onze doelstellingen te bereiken en ons daarbij laten inspireren door goede praktijkvoorbeelden?

De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is verantwoordelijk voor het evalueren van de milieuprestaties van haar lidstaten, waaronder België:

  • ze doet vaststellingen en geeft aanbevelingen over thema’s als lucht- en waterkwaliteit, biodiversiteit, afval, circulaire economie en milieuvergunningen;
  • ze heeft tot doel de aangesloten landen te ondersteunen bij hun vorderingen om de doelstellingen inzake leefmilieu en duurzame ontwikkeling te bereiken.

Het 3e evaluatierapport voor België is in 2020 voorgesteld.

Wist u dit?
De OESO telt 37 lidstaten en honderden deskundigen. Zij publiceert economische, sociale en milieustudies over de lidstaten. Het doel? Aanzetten tot het uitwisselen van ervaringen en ideeën om de levenskwaliteit van iedere burger te verbeteren. Er zijn al twee evaluatierapporten over het Belgische milieubeleid gepubliceerd (in 1998 en 2007).
https://oecd.org

De rol van Leefmilieu Brussel

De 4 Belgische entiteiten (Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Vlaams Gewest, Waals Gewest en de federale overheid) werken in overleg om relevante informatie door te geven aan het OESO-team dat belast is met de evaluatie. Leefmilieu Brussel is verantwoordelijk voor de interne coördinatie van het proces voor het Brussels Gewest, via haar internationaal en juridisch departement.

In december 2020 werd België uitgenodigd om vragen van de OESO-afgevaardigden te beantwoorden om het evaluatie- en aanbevelingenrapport af te ronden. Dit werd goedgekeurd door alle lidstaten en de Europese Commissie.

Waardevol hulpmiddel

De resultaten van dit rapport zijn een waardevol hulpmiddel voor de oriëntatie van het milieubeleid, maar ook voor ngo’s: de gegevens kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van hun eisen om actie te ondernemen voor het behoud van het milieu.

Focus op 3 thema’s van het rapport

Luchtkwaliteit

Vaststellingen

  • Vermindering van de belangrijkste luchtverontreinigende stoffen.
  • Op schema voor het naleven van de verbintenissen i.v.m. de vermindering van bepaalde emissies voor 2020 en 2030.
  • De PM2,5-concentratie (fijnstof) is nog te hoog in vergelijking met de aanbevelingen van de WHO.

Emissietrends en doelstellingen in België

Wat de luchtkwaliteit betreft, zijn sinds 2005 in België de emissies van alle bronnen gedaald voor alle verontreinigende stoffen: zwaveloxiden (SOX), stikstofoxiden (NOX) en koolmonoxide (CO), met uitzondering van fijne deeltjes PM2,5 uit de landbouw en niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS) uit huishoudelijke verbranding.

Emissiesamenstelling
 

Wegvervoer blijft de belangrijkste bron van stikstofoxide-emissies (50% in 2018). Het is ook verantwoordelijk voor aanzienlijke fijnstofemissies (17% in 2018), koolmonoxide (25% in 2018) en niet-methaan vluchtige organische stoffen (10% in 2018).

Analyse

Vermindering van de luchtverontreiniging dankzij:

  • lage-emissiezone
  • geleidelijk verbod op diesel- (2030) en benzinevoertuigen (2035)
  • investeringen in openbaar vervoer (Good Move-plan)

Aanbevelingen van de OESO

  • De kilometerheffing uitbreiden tot lichte voertuigen.
  • Het gunstige fiscale regime voor bedrijfswagens afschaffen.
Brusselse horizon in de winter.

Vaststellingen

  • Grote verscheidenheid aan soorten in België.
  • Aanzienlijk aantal bedreigde soorten.

Aandeel van bedreigde soorten in België

Een aanzienlijk aantal soorten wordt in België bedreigd. Volgens gegevens van de OESO wordt meer dan een derde (35%) van de zoetwatervissoorten bedreigd, 28% van de vogelsoorten, 23% van de vaatplantsoorten en 21% van de zoogdiersoorten.

Analyse

  • De toegang tot de natuur is een troef voor het welzijn van de burgers.
  • De financiële steunmaatregelen voor duurzaam bouwen en de ontwikkeling van de biodiversiteit zijn troeven.
  • Verhoogde druk door verstedelijking, versnippering van het landschap, intensieve landbouw.

Aanbevelingen van de OESO

  • Biodiversiteit nog meer integreren in de stedenbouwkundige voorschriften.
  • Zorgen voor natuurbeheer op terreinen die nog moeten worden ingericht.
  • Invoeren van een belasting op grijze infrastructuur om een natuurfonds te spijzen (ontwikkeling van nieuwe groene infrastructuur).
De Pedevijvers in Anderlecht.

Vaststellingen

Inspecties garanderen de doeltreffendheid van het milieubeleid en dragen bij tot het behoud van de leefomgeving van de burgers.

Analyse

  • Efficiënte inspecties en prestatiebeheer door digitalisering.
  • Gegevensverzameling en -analyse voor naleving van de regelgeving.
  • Inspectieplannen toegankelijk voor het grote publiek en online beschikbaar.

AANBEVELINGEN VAN DE OESO

  • Het gebruik van administratieve boetes uitbreiden (vooraleer een strafrechtelijk onderzoek in te stellen).
  • Het doel van de boetes duidelijk uitleggen en minder ernstige overtredingen afhandelen met administratieve sancties.
Een inspecteur van Leefmilieu Brussel gebruikt een stralingsmeter.

Kerncijfers

22 delegaties van lidstaten (Europese Commissie, Frankrijk, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Israël, Rusland, Canada, Portugal, Japan, Turkije, Chili, Brazilië, Finland, Luxemburg, Slowakije, Litouwen, Griekenland, Peru, Zwitserland, Hongarije, Zweden, Kazachstan)

38 aanbevelingen van de OESO om de milieuprestaties van België te verbeteren.

8 afdelingen en 20 departementen van Leefmilieu Brussel betrokken bij het rapportageproces.