— Natuur in de stad

Bescherming van uitzonderlijke Europese beukenbossen

Leestijd: 2 minuten

Sinds 2017 is het Zoniënwoud erkend als UNESCO-natuurerfgoed. Het is een van de 94 uitzonderlijke beukenbossen die verspreid zijn over 18 Europese landen. In 2021 heeft de Stichting Zoniënwoud de landen met deze beschermde gebieden bijeengebracht om na te denken over de uitbreiding van het erfgoed.

Behoud van de Europese bosgebieden

Sinds 2020 coördineert de Stichting Zoniënwoud het secretariaat van het UNESCO-project voor het behoud van de beuk (zie het interview met de directeur van de Stichting in ons jaarverslag 2020) en dit gedurende 4 jaar. In 2021 zijn de 12 erkende landen samengekomen om de mogelijkheid te bespreken andere beukenbossen in Europa te erkennen en hun instandhouding te verzekeren. Het erfgoed is uitgebreid met 6 nieuwe partnerlanden: Bosnië-Herzegovina, Tsjechië, Frankrijk, Noord-Macedonië, Polen en Zwitserland. Er zijn vandaag 15 nieuwe beschermde gebieden. Dit zijn allemaal Europese overblijfselen van oerbeukenbossen en eeuwenoude bosmassieven, die door de mens slechts in zeer geringe mate zijn veranderd.

Een door Europa gefinancierd LIFE-project

De uitbreiding van het aantal beschermde bossen is het resultaat van internationaal onderzoek, waarbij rekening is gehouden met de locatie, de bodem, het klimaat en de genetische diversiteit van de beukenbomen.

In 2021 is de Stichting begonnen met de ontwikkeling van het LIFE-project voor de Europese oerbossen. Dit project, dat rechtstreeks aan het UNESCO-project gekoppeld is, omvat met name:

  • het bepalen van het Europese beleid en de indicatoren voor het behoud van oude en oerbossen;
  • het verzamelen van gegevens over biodiversiteit, koolstofopslag, en recreatieve waarde van bossen;
  • het sensibiliseren van het publiek voor bosbehoud.